Je maakt je zorgen over klimaatverandering en afnemende biodiversiteit en je wilt tegelijk een mooie, boeiende en bloeiende tuin waar je blij van wordt. Gelukkig kunnen deze wensen heel goed samengaan, als we het idee van dat dit (ook weer) ‘perfect’ moet, even loslaten. Ik ga je helpen…
Hiervoor beginnen we even bij twee belangrijke begrippen die je vaak hoort:
Inheemse beplanting
Is wat hier van nature groeit, zonder menselijke invloed. Deze beplanting is dus helemaal afgestemd op haar omgeving en is o.a. een belangrijke voedselbron en waardplant voor de insecten die hier leven.
Door de jaren heen hebben we veel planten van over de hele wereld hier naartoe gehaald. Deze exoten dragen vaak minder bij aan ons lokale ecosysteem, al kunnen sommige wel degelijk waardevol zijn – bijvoorbeeld door nectar te leveren aan insecten of door hun resistentie tegen droogte. Door veredeling hebben we ook veel (inheemse) planten aangepast/gecultiveerd, wat weer heeft gezorgd voor veel meer variatie in kleur en handige eigenschappen zoals langere bloeitijden, stevigere planten enz.
Biodiversiteit
Is alles wat leeft. Het zijn de aantallen en variatie aan en binnen alle soorten dieren, planten en micro-organismen, en hoe ze met elkaar samenleven. Een grote biodiversiteit maakt een gebied weerbaarder tegen ziekten, plagen en klimaatveranderingen zoals droogte en extreme regenval.
Maar hoe dan in jouw tuin…
Begin met de basis: de bodem. Voedt deze met compost (link), zorg voor een goede bodembedekking met planten en breng een mulchlaag aan van snoeiafval, bladeren of houtsnippers tussen de beplanting, waardoor het bodemleven enorm toeneemt.
Dan het leukste onderdeel: het beplantingsplan! Start met enkele inheemse soorten, die je mooi vindt, zich ‘goed gedragen’ in een tuin, passen bij jouw omstandigheden (grondsoort, licht…) en waardevol zijn voor insecten, vogels en andere dieren die onze hulp goed kunnen gebruiken.
Denk aan madeliefjes (Bellis perennis) in je grasveld, kaardebol (Dipsacus fullonum) voor puttertjes in de winter, langbloeiende dagkoekoeksbloem (Silene dioica), grote kattenstaart (Lythrum salicaria) op natte plekken en heb je de ruimte plant een gewone vlier (Sambucus nigra) of wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia)
En combineer deze met uitheemse of gecultiveerde beplanting, waarbij je meer keuze hebt in kleur, in blad en bloeivormen, bloeitijden en sierwaarden, denk aan siergrassen voor een mooi wintersilhouette en een rijkbloeiende krentenboom (Amelanchier ‘Ballerina’) met bessen waar vogels gek op zijn.
Veel variatie in beplanting trekt veel verschillende dieren en micro-organismen aan.
Met nog ergens wat water, bijvoorbeeld een minivijver, een beschut hoekje met snoeiafval en een boom, heester en/of haag waar vogels kunnen schuilen en nog meer dieren komen vanzelf…
En onthoud: het hoeft niet perfect. Er bestaat gelukkig geen tuinpolitie (ik ben dat zeker niet;) die je komt controleren, begin gewoon…
En kan je daarbij wel wat hulp gebruiken, van een compleet tuinontwerp tot samen brainstormen en van een volledig beplantingsplan tot beplantingsadvies voor dat ene hoekje, ik doe dat heel graag!